‘En?’ vraagt mijn directeur verwachtingsvol. Enthousiast maakt hij weidse armgebaren voor het raam boven de bouwhoek. Ik kijk hem niet begrijpend aan. Blij dat ik deze ochtend zonder kleerscheuren ben doorgekomen met mijn pijnlijke, niet zo lang geleden gebroken hand in een mitella, met mijn gedachte bij mijn dochter die van haar lies tot haar enkel in het gips thuis op de bank ligt omdat haar knieschijf op een plek terechtgekomen was waar je hem nooit zou zoeken. ‘Wat een licht, he?’ Ik kijk om me heen en realiseer me dat ik de afgelopen dagen niet meer heb gezien dan het strikt noodzakelijke. Alleen maar schoentjes gezien als er veters gestrikt moesten worden, alleen gekeken naar dat ene bouwwerk, die bepaalde tekening en de niet gewassen kwasten of de rotzooi die is blijven liggen in de huishoek. Terwijl ik me ondertussen afvroeg of er wel genoeg uitnodigingen waren verstuurd voor de tentoonstelling over ons BOUWPLAATS-project en in gedachte alle afspraken nog eens naliep. ‘Je gaat me toch niet vertellen dat je niets hebt gemerkt!’ Ik werp een snelle blik door het raam. Daar waar eerst een vrolijke wildernis groeide en bloeide in de patio zie ik nu een echte tuin met een gesnoeide boom en een vijvertje. Ook de schooltuinen aan de andere kant blijken dezelfde metamorfose te hebben ondergaan. Ineens begint me iets te dagen. Eerst Anne-Lotte die plotseling, terwijl ze aan het tekenen was, uitriep: ‘Kijk! Kijk, ik heb een tover-shirt aan!’ Springend en dansend liet ze zien, aan de snel groter groeiende groep kinderen om haar heen, hoe de glitters op haar T-shirt patronen op de muur toverden. En later Lore die zachtjes in mijn oor fluisterde dat zij ook kon toveren en of ik even kwam kijken. Het eerste toveren alweer helemaal vergeten liet ik mij meevoeren. Bij de tekentafel, in de zon die overvloedig naar binnen scheen, voerden verschillende meisjes hun sprookjesachtige lichtdans uit. Ademloos gadegeslagen door de rest van de klas.
‘Ja,’ zeg ik tegen mijn directeur, ‘wat een licht! En wat een geweldige tuinen.’ Ondertussen glimlach ik van binnen om de meisjes met hun glitters. Wel gezien maar me nauwelijks bewust geworden. Hoeveel meer gouden momenten gaan er bijna ongemerkt voorbij? Terwijl dat eigenlijk is waar het om zou moeten gaan. Dit zijn de momenten die het werken in het onderwijs de moeite waard maken. Zomaar een kind in een klas dat op een vrijdagochtend ontdekt dat het kan toveren met licht! En een juf die de tijd en de rust heeft om dat echt te zien.