Samen nadenken in de kring

.

Zou onderwijs dat recht doet aan de ontwikkeling van het jonge kind een al te cognitieve benadering af moeten wijzen? Moeten kinderen zich eerst veilig voelen, leren (samen)spelen en een taakje af kunnen maken voordat ze werkelijk kunnen gaan leren? Beginnen kinderen pas op een zekere leeftijd met nadenken en reflecteren? Helma Brouwers laat in haar boek: ‘Waar blijft de kleuter?’ zien dat jonge kinderen vanaf hun geboorte, en vermoedelijk al daarvoor, ongelooflijke grote cognitieve inspanningen en prestaties leveren. Dat ze dat doen met ontzettend veel plezier maar wel op een andere manier dan oudere kinderen. Dus ook, of misschien wel juist, jonge kinderen moeten cognitief worden uitgedaagd! En dat gebeurt vooral als we ze samen laten handelen, praten en spelen. Zo kan een kleutergroep een plek voor ‘shared thinking worden.

In de klas werken we rond het thema ‘Kijk, ik ben gegroeid!’. We maken een woordweb rond ‘groeien’. Max noemt onmiddellijk groeipijn, waar hij vaak last van heeft en hij blijkt niet de enige. Bij het naar buiten gaan hoor ik Gijs zeggen dat hij vandaag nog veel groeipijn heeft maar dat hij morgen even stopt met groeien. We vragen ons af hoe we groeipijn moeten tekenen op het woordweb. ‘Met veel bloed!’ stelt Liam enthousiast voor. ‘Bloed je dan als je groeipijn hebt?’ vraag ik. Nee dat niet. Al pratend constateren we dat je botjes groeien. ‘Maar die kan ik niet tekenen want botjes zijn wit en het papier is al wit’, zegt Isa. Maar op een zwart papiertje met een wit potlood is het zo gepiept. We meten hoe lang we zijn en kijken hoeveel (afgedrukte) handjes passen in de gemarkeerde lengte. Alle kinderen nemen een babyfoto mee die we ter hoogte van de geboortelengte hangen. Als vanzelf gaan de kinderen vergelijken. Wie is er langer? Hoeveel ben ik al gegroeid? En natuurlijk spelen de kinderen: in het consultatiebureau waar je wordt gewogen en opgemeten, waar van alles wordt opgeschreven en genoteerd, waar je een afspraak moet maken en waar je in de wachtkamer moet wachten tot de dokter je roept. We zorgen voor de babypoppen, die we in bad doen, eten geven en in het consultatiebureau laten onderzoeken.

En vandaag vraag ik de kinderen in de kring om iemand te zoeken die even groot is als henzelf. Met 28 kinderen wordt dat een vrolijke drukte. Ik zie dat de meesten hun vriendje opzoeken en ook snel tevreden zijn; ja hoor; net zo groot! Als ik ze vraag beter te kijken ontstaat er verwarring. ‘Hoe kan dat nou? Ik ben bijna 6 en Tim is nog 4 en toch is Tim groter?’ Als we weer zitten vertelt Nora dat zij 2 jaar ouder is dan haar broertje maar dat haar broertje later toch groter wordt. Ik vraag hoe ze dat weet. ‘Omdat jongens groter worden dan meisjes. Dat heeft mijn vader verteld. En je kunt wel groter worden dan iemand anders maar je kunt in leeftijd nooit iemand inhalen.’ Dit nodigt uit tot het geven van heel veel voorbeelden en evenzoveel nieuwe inzichten. Ik vat samen dat je weet hoe oud je bent en weet hoe groot je bent en dat kinderen van 4 niet altijd kleiner zijn dan kinderen van 6. Maar kun je ook weten wie er even zwaar is als jij? Liam denkt dat je dat wel goed kan zien aan iemand zijn vorm. ‘Dat je een beetje dikker bent of dunner’. ‘Maar hoe weet je dat dan zeker?’ Dex, die altijd overal de kleinste dingen opmerkt, heeft allang de verschillende weegschalen zien staan en springt op. Eerst proberen we de balansweegschaal uit. Hoe werkt dat dan? Dex legt aan de ene kant een groot blok en probeert dat aan de andere kant in balans te brengen met heel veel kapla. Dat gaat nooit lukken, ziet Max meteen. En zonder er al te veel woorden aan vuil te maken pakt hij eenzelfde blok voor de andere kant. Maar … de blokken blijken niet even zwaar. Nog steeds zwijgend zoekt hij de balans door de verschillende bakjes aan te vullen met Kapla; 3 aan de ene kant en 2 aan de andere.

We zitten eigenlijk al te lang in de kring en de kinderen worden onrustig. Evi staat op en begint te rommelen in het boekenkastje achter haar. Als ik haar echter vraag of ze net zo zwaar is als haar tweelingzus blijkt ze alles helemaal te hebben gevolgd. Om de beurt gaan de dames op de personenweegschaal staan en ze constateren zelf dat de één 1 kilo zwaarder is dan de ander. En dat terwijl ze er precies hetzelfde uitzien! Nu willen alle kinderen wel even op de weegschaal! Dit is het startschot voor allerlei nieuwe ontdekkingen.

Het is niet altijd makkelijk om al dat enthousiasme in goede banen te leiden maar wat is het heerlijk om samen na te denken in de kring!