Het is mijn eerste werkdag na de herfstvakantie. Ik moet even schakelen tussen alle, soms hectische, gebeurtenissen in mijn eigen leven en het leven in een kleuterklas. Schakelen naar de wereld van jonge kinderen, waarin alles wat er te zien is en te horen aandacht vraagt; nu, meteen, op dit moment! De jas waar een gat in bijkt te zitten, terwijl het nou net je lievelingsjas was. Papa die niet voor de derde keer zwaait hoe vaak en hard je ook op het raam bonst. De zon die de glitters van je shirt zo mooi op de vloer tovert.
‘Tijd’ in het denken van kleuters
We zingen ‘welke dag is het vandaag’ en donderen met onze voeten de donderdag te voorschijn. Dat blijkt heel veel bergjes met zand op te leveren waar je met je schoenen sporen in kunt maken. Wie heeft er het meest? Misschien helpt nog wat harder stampen wel om van jouw berg de grootste te maken. En als je springt, wat gebeurt er dan ….? Ondertussen gaan we al weer verder met de dagen van de maand. Na de 28 komt de 29. En ‘hé, kijk nou, we zijn al weer bijna aan het eind’, ziet Bart; ‘nog maar twee dagen’. ‘Wat gebeurt er ook al weer als we helemaal aan het eind zijn?’, vraag ik. Ze weten het wel; dan beginnen we weer bij de 1. Dan begint er een nieuwe maand.
‘Dat is de herfst’ veronderstelt Olivia. Ja het is herfst, dat hebben ze gemerkt. De zon schijnt maar toch heeft bijna iedereen een warme jas aan. Sommige jassen zijn zacht van binnen, anderen hebben een capuchon en kunnen goed tegen de regen, en ‘juf, juf ik heb een nieuwe jas.’ En ik ook!’ ‘En ik.’ En ik’. Ik noem de maanden oktober en november. En dan moeten we natuurlijk even ’11 november is de dag’ zingen.
Ondertussen vraagt Sepp, zoals iedere ochtend, of hij een broodje moet eten op school vandaag. En wanneer we dat dan gaan doen. Ik wijs naar de dagritme-kaarten en benoem ze een voor een. Het lijkt hem niet veel te zeggen. Het broodje eten is pas een feit als hij zijn broodtrommel kan pakken. Nu verdwijnt het lunchen in een zee van andere mogelijke gebeurtenissen.
Nog een beetje onwennig jongleer ik tussen ruimte geven aan de kinderen die opgaan in elk moment en mijn rol als leerkracht die structuur aanbrengt.
Alles voor het eerst
Later die dag sta ik met Phileine in het kamertje bij de telefoon. Ik ben onzeker; betekent het wrijven in haar ogen en kriebelen onder haar trui dat haar voedselallergie opspeelt of niet? Na de geruststellende woorden van moeder willen de toevallig aanwezige collega en ik Phileine op onze beurt weer gerust stellen. ‘Je gaat nu naar huis maar morgen ben je er weer’, zeggen we. ‘Want we zijn veel te blij dat jij bij ons op school bent gekomen.’ Phileine zelf kijkt nieuwsgierig om zich heen. ‘Ja’, zegt ze dan, ‘ik ga nog 2 weekjes naar school’. Een beetje verbaasd vraag ik wat ze daarna dan gaat doen. Daar moet ze lang over nadenken. ‘…… dan wordt alles hélemaal anders’, vat ze haar gedachten uiteindelijk samen.
Eerst snap ik niet waar haar opmerking vandaan komt. Maar dan denk ik aan hoe we de dag begonnen. Aan de twee laatste dagen van de maand. De dagen van de week. De nieuwe maand. De herfst die kwam met warme jassen en kou en regen. Dagen, weken, maanden, seizoenen; allemaal door en over elkaar heen buitelende momenten in een zee van tijd.
De magische wereld van het jonge kind
En ik stel me voor hoe het is als je net een week naar school gaat. Als alles nieuw is en voor het eerst gebeurt. Als dagen zich nog oneindig uitstrekken in de tijd, je nooit helemaal zeker weet of en wanneer iets ophoudt en je ook het verschil tussen gisteren en morgen nog niet altijd even goed kunt onderscheiden. Maar wel altijd weet waar de juf is en de paar vriendinnetjes van het kinderdagverblijf. Waar je dan in steeds iets grotere cirkels omheen beweegt. Hoe zou het zijn als je dan ineens in een zonnig kamertje terecht komt waar die juf met mama belt en de dag op school ineens weer afgelopen blijkt?
Die wereld moet magisch zijn, vol van verwondering, vol momenten die een eeuwigheid kunnen duren. Kleuters beleven de tijd nog op een andere manier. Het maakt mij soms stil en voorzichtig. Terwijl ik ook weet hoe snel kinderen sporen gaan trekken in die tijd, met overal kleine ankerplaatsen, gewoon door mee te doen met het leven in een kleuterklas!