Wij hebben ook een wereld, kijk maar!

Aarde, rode klei en holletjes voor de dieren die er wonen.

Wonen er ook beestjes in de aarde?

Met een schop en plastic bakjes gaan de kinderen op onderzoek uit. Ze vinden veel wormen. Jonathan durft ze op te pakken en verdeelt ze over de verschillende bakjes. Er moet natuurlijk ook gras bij om te eten en aarde om in rond te kruipen.

IMG_3739

Mijn collega heeft, samen met de kunstenaar Irma de Bruijne, al een heel aantal keren met de kinderen in het atelier gewerkt. Vanmiddag ga ik het ook proberen. Om te weten hoe het is om met de kinderen naar het andere gebouw te lopen waar het atelier is, om te kijken of het me lukt om alles tussen de middag voor te bereiden en om te zien of je in je eentje met een groep de hele middag beeldend kunt werken. Ik plak een groot vel papier op de grond, zet verschillende bakjes met rode (!) klei langs het vel papier. En  leg de meegenomen bakjes met aarde en wormen samen met een klein vel papier, vergrootglazen en een schaaltje met klei in de kring van kussentjes. De laatste tijd hebben we gewerkt rond het thema ‘bouwen en dieren’ en ik ben benieuwd of de kinderen, net als ik, het verband zien tussen het wroeten in de aarde vanochtend en de klei.

Zelf vind ik het opvallend dat de klei een diepe rode kleur heeft en ik vraag wat er bijzonder is aan deze klei. Maar de kinderen zien al dat papier liggen en denken iets heel anders. Zoals zo vaak moet ik op mijn tong bijten om de kinderen niet in mijn spoor te trekken. ‘Ik denk dat je er misschien mee kunt tekenen’. ‘Ja omdat het ook nat is’. ‘Je hebt er ook water bij gedaan’. ‘Het veegt ook af en als je dat doet dan gaat hij helemaal leeg, net als bij een stift’.

Waar komt de klei vandaan?
Die kun je onder de grond vinden. We gingen eens een val maken. Toen waren we heel diep. Toen zagen we klei. Toen gingen we dat bewaren. Iemands z’n vader kwam eraan en toen zei die er zit echt geen modder in. Maar er zat echt wel modder in. En modder is eigenlijk hetzelfde als klei’. ‘Je kan het ook in de rivier vinden’. ‘Wij gingen ook eens klei zoeken. Bij ons in de tuin, want wij hebben een hele grote tuin met een riviertje. En daar vlakbij is een schommel en toen vond ik op die schommel klei uit de rivier’.

Is de aarde uit de bakjes met de wormen hetzelfde als de klei?
‘Nee, de aarde is zand. Dat is zacht en de klei is meestal een beetje hardig’. ‘De klei is ook zachter maar een beetje plakkerig’. ‘Mag ik even voelen of het hard is of zacht’? ‘Het is een beetje hard en een beetje zacht. En de aarde ….. nou, die is veel zachter’. ‘In de aarde zit misschien ook wel een beetje klei en wormen’!

Zouden er in de klei ook diertjes gewoond hebben en kunnen jullie met de klei plekjes of holletjes voor de dieren maken op het papier?
‘Of een mens’? ‘De echte dieren? De wormen?’


Alle kinderen zoeken een plekje aan de rand van het papier en beginnen te tekenen met de rode klei. Eerst holletjes en met zwart krijt tekenen ze de dieren erin of ernaast; vogels, een hondje of een dino. Later ontstaan er ook andere gebouwen zoals een stadhuis of een kasteel en versiering voor een jarig konijn. Ik geef de kinderen na een kwartiertje stenen, tape, wol en ander materiaal om op de tekening te bouwen. Hier hebben ze al een heel aantal keer mee gewerkt.

Een groepje meiden verzamelt een berg knopen, bakjes en een groot stuk geel gaas. Al kletsend werken ze samen aan een onderkomen voor een konijn.

Deze is denk ik wel klaar! Maar we hebben ook nog een kussentje nodig. Oh ja, een kussentje. Maar een kussentje voor wat? Voor het konijn. Of moet ik gewoon nog wat van dat gele? Je moet het gewoon zo dubbelvouwen en dan knippen. Wordt het nog zachter. Ik maak die bak lekker zachter. Lot, mag ik jou meehelpen? Het wordt toch uiteindelijk allemaal aan elkaar gemaakt? Dan kunnen we toch gewoon allemaal elkaar helpen? Hé, dees gaat niet. Misschien moet je het met een plakbandje proberen. Maken we de versierseltjes voor het bad? Nee, ik maak daar de versierseltjes niet voor. Ik maak de versielseltjes voor het voerbakje van het konijn. Ik dacht ….. hoe groot is ‘ie nou ….? Te groot! Ja, te groot. Dora! Ik ben hier nog aan het werken, he. Oh, maar ik doe heel even dit. We moeten wel wat meer knoopjes. Ja, we doen er straks meer knoopjes in. Ik vind het wel alle dingetjes aan wat we maken heel mooi! Wil jij deze afknippen? Ik kan het niet zo goed. Wat wordt zijn bed? Dat wordt zijn badje en dit wordt zijn bed. 

.

Heel voorzichtig rol ik het grote vel op. Twee weken later bouwen de kinderen opnieuw op het getekende vel. Zo kunnen we op de tentoonstelling laten zien wat we allemaal deden in het atelier. Want ‘kijk maar, wij hebben ook een wereld!’

.

Rode klei in het atelier

.

Als we naar een stukje uit de film Rivers and Tides kijken over de kunstenaar Andy Goldsworthy zien de kinderen ineens hoe rood de klei eigenlijk is. Het fragment begint met kleine stukjes steen die in het water vallen en dat water langzaam bloedrood kleuren. ‘Oh bloed!’ roepen de kinderen meteen. En nog dagenlang hoor ik bij alles wat rood afgeeft: het lijkt bloed ….. maar het is het niet.

Kijk ook hoe de kinderen samenwerken in het atelier.

3 reacties

  1. Prachtig om te zien hoe ‘normaal’ de kinderen het al vinden om in het atelier te werken. Mooi idee ook om op de tekeningen met rode klei verder te laten bouwen!

Reacties zijn gesloten.